UMR2 – de warmtepomp regeling

De warmtepomp is de nieuwe standaard als warmte- en koelbron. Door de verschuiving naar de warmtepomp en de continue aanscherping van wet-/regelgeving is een betere systeemintegratie een steeds grotere uitdaging geworden.

Met de UMR2 van WTH voldoe je niet alleen aan de normen, maar is er net dat kleine beetje meer om een goede systeemintegratie tussen bron en afgifte te realiseren. Wij vertellen je graag hoe we dit voor elkaar krijgen.

UMR2 Warmtepompregelaar

De UMR2 regelaar van WTH heeft een aantal functionaliteiten die de werking van de warmtepomp verbeteren en de levensduur van de warmtepomp verlengen. 

  1. Minimale AAN-/UIT-tijd
  2. Vrijgave rechten
  3. Belastingsfactoren

Minimale AAN-/UIT-tijd

Volgens de norm moet een warmtepomp minimaal 10 minuten achtereenvolgend draaien. In theorie kan de warmte-/koelvraag korter zijn dan 10 minuten. De instelbare minimale AAN-tijd in de UMR2 zorgt dat de vloerverwarming open blijft en vraag stuurt naar de warmtepomp, ook na wegvallen van de warmte-/koelvraag, tot de ingestelde aantal minuten zijn verstreken.

De instelbare minimale UIT-tijd zorgt ervoor dat de warmtepomp minimaal x minuten na het wegvallen van warmte-/koelvraag niet vroegtijdig weer aan gaat.

Vrijgave rechten

Per kanaal kan ingesteld worden, voor verwarmen en koelen afzonderlijk, of deze bevoegd is vrijgave te communiceren naar de bron. Als dit niet wordt toegestaan, kun je dit zien als een belastingsfactor van 0%. De groep loopt wel mee open, maar draagt niet direct bij aan een warmte-/koelvraag.

Een badkamer kan voor koelen bijvoorbeeld ook uitgezet worden. Zelfs als er koelvraag is op de thermostaat in de badkamer, zal de groep gesloten blijven en wordt de ruimte niet gekoeld. Dit is per vloerverwarmingsgroep afzonderlijk in te stellen voor de verwarmingsstand en de koelstand.

Belastingsfactoren

Elk kanaal in de UMR2 heeft een instelbare belastingsfactor. Standaard is dit 100%. De UMR2 zendt een vrijgave naar de warmte-/koelbron, als de som van belastingsfactoren van vragende groepen 100% of meer is.

Voorbeeld:
Voor een kleine slaapkamer kan de belastingsfactor op 60% ingesteld worden. Dit betekent dat bij warmtevraag van alleen deze slaapkamer, er nog geen vrijgave is naar de warmtebron. Er is een aanvullende groep nodig met een belastingsfactor van minstens 40% om de warmtebron te activeren.

Ontdooien

Een buitendeel van de warmtepomp kan bevriezen bij zeer koud weer. Om schade aan het apparaat te voorkomen, is er de ontdooicyclus. Er wordt dan voor korte tijd warmte uit de woning onttrokken om het buitendeel te ontdooien. De UMR2 kan met een Aan/Uit contact geïnformeerd worden wanneer de warmtepomp in deze modus opereert. De UMR2 stuurt dan alle vloerverwarmingsgroepen open, om de warmtepomp een handje te helpen in deze modus.